Werkwijze
Johan Wagenaar – kunstenaar, docent en directeur van Het Instituut
Voor Wagenaar toont zich de poëtische kracht van kunst niet alleen in het repertoire, de conventies, en de sociale context van de kunst. De mogelijkheid van kunst, als menselijk vermogen is strikt genomen overal, in ieder leven in ieder domein. Als kunstenaar is het dan niet vreemd om met wetenschappers, ondernemers, technici en musici, of mensen uit het sociale domein samen te werken, en te zorgen dat het werk buiten de kunstinstellingen gezien en beleefd wordt. Dit komt terug in zijn kunstwerken, zoals bijvoorbeeld het project Kadoum.
‘In de wereld zijn’ is ook uitgangspunt voor het in 1995 door Wagenaar opgerichte Het Instituut – een stichting die kunstenaars en vormgevers, filosofen en dichters samenbrengt, om hun artistieke kwaliteiten in te zetten voor maatschappelijke of cultureel ruimtelijke vraagstukken. Wagenaar ontwikkelt er met diverse teams tot op de dag van vandaag succesvolle interdisciplinaire projecten. Een recent voorbeeld is ONSbank, een initiatief om jongeren met problematische schulden de kans te bieden te ontkomen aan de vicieuze cirkel waarin ze terecht zijn gekomen.
Er is nog iets dat kenmerkend is voor Johan Wagenaar’s kunstenaarspraktijk. Dat is de combinatie van regie en improvisatie in het ontstaansproces. Hij vat dat proces op als een zich organisch ontwikkelend onderzoek naar de juiste methode om het werk tot stand te brengen. Iets dat een grote waarde op zichzelf heeft. Een complexe kringloop van maken, reflectie, kennis en intuïtie. Er is dus veel input en zeggenschap van anderen, er is toeval en serendipiteit, maar er is ook de sturing van de beeldend en poëtisch regisseur, die erop toeziet dat morele eenduidigheid, ideologische simpelheid, technisch en economisch rendement buiten de deur blijven. Dit geldt niet alleen voor zijn eigen werk, maar ook voor de projecten die hij ontwikkelt met Het Instituut.
En vanuit eenzelfde visie vult Wagenaar tevens zijn docentschap in aan Base for Experiment Art & Research - Artez, het lesgeven maakt vanaf het begin van zijn kunstenaarschap deel uit van zijn praktijk.
“Als het goed is, zijn kunstenaars doortrokken van de enorme rijkdom die de kunst biedt om menselijke kennis en ervaring te verbeelden. Over mensen en de wereld in beelden te denken. Kunst toont in een gecomprimeerde en verhevigde vorm het menselijke geworstel met ideaalbeelden, verleiding, ethiek, magie, geweld, ga maar door. Kunst is een domein met eigen technieken en een eigen logica, maar er komt zoveel samen aan kennis, politiek, schoonheid, en onvoorspelbaarheid, dat de inzet van kunstenaars in maatschappelijke projecten schitterende kansen biedt om verbindingen tussen disciplines en tegenstrijdige belangen en denkwijzes te leggen.”*
*Citaat van Wagenaar in ‘Kunst tegen schuld’,
een essay door Dirk van Weelden in De Gids, 2014/1
Voor Wagenaar toont zich de poëtische kracht van kunst niet alleen in het repertoire, de conventies, en de sociale context van de kunst. De mogelijkheid van kunst, als menselijk vermogen is strikt genomen overal, in ieder leven in ieder domein. Als kunstenaar is het dan niet vreemd om met wetenschappers, ondernemers, technici en musici, of mensen uit het sociale domein samen te werken, en te zorgen dat het werk buiten de kunstinstellingen gezien en beleefd wordt. Dit komt terug in zijn kunstwerken, zoals bijvoorbeeld het project Kadoum.
‘In de wereld zijn’ is ook uitgangspunt voor het in 1995 door Wagenaar opgerichte Het Instituut – een stichting die kunstenaars en vormgevers, filosofen en dichters samenbrengt, om hun artistieke kwaliteiten in te zetten voor maatschappelijke of cultureel ruimtelijke vraagstukken. Wagenaar ontwikkelt er met diverse teams tot op de dag van vandaag succesvolle interdisciplinaire projecten. Een recent voorbeeld is ONSbank, een initiatief om jongeren met problematische schulden de kans te bieden te ontkomen aan de vicieuze cirkel waarin ze terecht zijn gekomen.
Er is nog iets dat kenmerkend is voor Johan Wagenaar’s kunstenaarspraktijk. Dat is de combinatie van regie en improvisatie in het ontstaansproces. Hij vat dat proces op als een zich organisch ontwikkelend onderzoek naar de juiste methode om het werk tot stand te brengen. Iets dat een grote waarde op zichzelf heeft. Een complexe kringloop van maken, reflectie, kennis en intuïtie. Er is dus veel input en zeggenschap van anderen, er is toeval en serendipiteit, maar er is ook de sturing van de beeldend en poëtisch regisseur, die erop toeziet dat morele eenduidigheid, ideologische simpelheid, technisch en economisch rendement buiten de deur blijven. Dit geldt niet alleen voor zijn eigen werk, maar ook voor de projecten die hij ontwikkelt met Het Instituut.
En vanuit eenzelfde visie vult Wagenaar tevens zijn docentschap in aan Base for Experiment Art & Research - Artez, het lesgeven maakt vanaf het begin van zijn kunstenaarschap deel uit van zijn praktijk.
“Als het goed is, zijn kunstenaars doortrokken van de enorme rijkdom die de kunst biedt om menselijke kennis en ervaring te verbeelden. Over mensen en de wereld in beelden te denken. Kunst toont in een gecomprimeerde en verhevigde vorm het menselijke geworstel met ideaalbeelden, verleiding, ethiek, magie, geweld, ga maar door. Kunst is een domein met eigen technieken en een eigen logica, maar er komt zoveel samen aan kennis, politiek, schoonheid, en onvoorspelbaarheid, dat de inzet van kunstenaars in maatschappelijke projecten schitterende kansen biedt om verbindingen tussen disciplines en tegenstrijdige belangen en denkwijzes te leggen.”*
*Citaat van Wagenaar in ‘Kunst tegen schuld’,
een essay door Dirk van Weelden in De Gids, 2014/1
Wagenaar over ONSbank, een van de projecten
die hij met Het Instituut initieerde.
(video door Art of Impact, 2016)
die hij met Het Instituut initieerde.
(video door Art of Impact, 2016)